De kwetsbaarheid van duurzaam beleggen

Door Investment Officer Yld!

Met investeringskapitaal kun je de wereld veranderen. Steeds meer vermogensbeheerders en andere financiële instellingen erkennen de maatschappelijke rol die ze hierin spelen. Maar is dit uit overtuiging of uit marketingstrategie? Duurzaam beleggen blijkt kwetsbaar voor greenwashing en legt het als punt bij paaltje komt nog altijd af tegen het beleggingsrendement. De financiële sector staat voor harde keuzes. 

De politie-inval bij de Duitse vermogensbeheerder DWS in 2022 zorgde voor een schokeffect in de beleggingsindustrie. Een klokkenluider beschuldigde het bedrijf van greenwashing: fondsbeheerders claimden braaf duurzaam te beleggen, maar deden dat niet. De affaire beschadigde de reputatie van DWS en leidde tot een debat of dit onder het strafecht zou moeten vallen. Zelfs de term hoofdelijke aansprakelijkheid valt inmiddels bij greenwashing.  

Met de komst van allerlei regelgeving zoals de Europese SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) en de EU Taxonomie die respectievelijk transparantie voorschrijft en een raamwerk geeft voor wat duurzaam is, zal greenwashing in Europa ernstige gevolgen hebben. De sancties zullen waarschijnlijk steeds zwaarder worden. Daarbij komt dat de reputatieschade voor een betrapt bedrijf enorm is. Ook in de VS worden er inmiddels boetes wegens greenwashing uitgedeeld.   

Transparantie, uitleg en verantwoording   

Het is duidelijk dat Europese beleggers, met name institutionele beleggers, steeds duurzamer willen beleggen. Uit onderzoek van toezichthouder AFM in 2022 blijkt dat in Nederland 60% van de particuliere beleggers deels duurzaam belegt, bijna 20% kiest vrijwel geheel voor duurzaam. De belangrijkste reden is impact: 49% van de duurzame beleggers wil net hun geld een positieve verandering teweegbrengen. Dat sluit naadloos aan op de opkomst van impactbeleggen.

Beleggers willen wel weten waarin ze beleggen. Dat het echt duurzaam is. Vorig jaar nog toonde een onderzoek van de The Great Green Investment Investigation, een samenwerkingsverband van 26 mediabedrijven (o.a. Follow the Money en Investico) dat veel beleggingsfondsen zich duurzamer voordoen dan ze zijn. Ook dit onderzoek was weinig bevorderlijk voor het vertrouwen dat beleggers in vermogensbeheerders hebben. 

De combinatie van strenger toezicht en de duurzame koers bij beleggers, zet vermogensbeheerders voor het blok. Ze zullen in hun beleggingsbeleid én hun communicatiebeleid harde keuzes moeten maken, en velen doen dat ook. Zo herzagen fondsbeheerders de duurzame SFDR-classificatie van meer dan 300 fondsen eind 2022: ze verlaagden hun rating van Artikel 9 naar het minder duurzame Artikel 8 omdat duidelijk werd dat het label wat ze hadden gekozen niet overeenkwam met de werkelijkheid. Positief was dat er in het eerste kwartaal van 2023 weer wat upgrades waren. 

De focus op financieel rendement 

Naast greenwashing is duurzaam beleggen ook kwetsbaar voor de focus van beleggers op financieel rendement. Het mooie trackrecord van duurzaam beleggen kreeg in 2022 een gevoelige klap. Bedrijven met een sterk ESG-profiel zitten vaak in de groeisector, en daar zagen we koersdalingen. Dit terwijl sectoren als olie en defensie, die doorgaans niet in duurzame portefeuilles zitten, het heel goed deden. De duurzame performance bleef flink achter en Morningstar sprak zelfs van een trendbreuk, al constateerde de fondsbeoordelaar ook dat de instroom in duurzame fondsen in 2022 nog redelijk standhield.  

Een veelgehoorde kreet is dat duurzaam beleggen leuk is, maar geen rendement mag kosten. Dit heeft vermogensbeheerders in de spagaat gedwongen dat ze én een goed rendement moeten bieden en duurzame impact moeten maken. Wetenschappers werden van stal gehaald of duurzaam beleggen rendement kost of extra oplevert. De conclusie was meestal dat het rendement ‘even hoog’ is als dat van traditioneel beleggen. 

Beleggen doe je voor de lange termijn

De echte vraag is echter of duurzaam beleggen en traditioneel beleggen wel zo wezenlijk anders zijn. Als beleggen op de lange termijn is gericht, dan hoort daarbij de realisatie dat de wereld verandert. Dat klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en inkomensongelijkheid grote negatieve gevolgen hebben, ook financiële gevolgen. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat bedrijven die duurzaam opereren op de lange termijn daar de vruchten van plukken, omdat ze zich aanpassen aan die realiteit. Dat bedrijven in de oliesector in 2022 goede beleggingsrendementen haalden, is leuk voor kortetermijnbeleggers, maar het langetermijnplaatje ziet er waarschijnlijk echt anders uit. 

Vermogensbeheerders zijn, met hun focus op de lange termijn, de aangewezen partijen om beleggingskapitaal een duurzame missie te geven. Impact /ESG zal daarbij binnen het beleggingsbeleid steeds meer op gelijke hoogte komen te staan met rendement en risico. Daarbij zullen vermogensbeheerders nog steeds eigen keuzes kunnen maken – uitsluiting of best-in-class en engagement, ESG of toch meer impact of wel of geen focus op klimaatverandering. Die keuzes vergen echter wel transparantie richting beleggers en het vermijden van valse beloftes.