Dit artikel wordt u aangeboden door Van Lanschot Kempen Investment Management.

Kempen: 5 vooroordelen over vastrentende waarden

Dat het spreiden over beleggingscategorieën essentieel is, is niets nieuws. Daarbij kiezen instituten meestal tussen risicomijdend en risicovol of tussen liquide en illiquide. Als gaat het om de keuze tussen risicomijdend en risicovol, of tussen liquide en illiquide, raadt Kempen Capital Management aan eens te kijken naar de categorieën daartussen.

Velen denken dan: ‘Ja, dat hebben we voor de crisis geprobeerd en toen kwamen we van een koude kermis thuis’? Of: ‘Dat is te duur voor ons’? Wij zien dat veel ‘reguliere’ en traditionele beleggingscategorieën relatief duur zijn geworden, terwijl risico’s nagenoeg gelijk zijn gebleven. Daar zitten verschillende kansen, die het waard zijn te overwegen al naar gelang verschillende investment beliefs en beleggingsdoelstellingen. Wij hebben deze uitgewerkt aan de hand van het totale vastrentende universum.

Die ingewikkelde termen maken het zo vaag

Inderdaad, alle termen, afkortingen en jargon maken het er niet altijd makkelijker op. Maar in de basis geldt voor vastrentende waarden er dat er tegenover de activa schulden staan. Bijvoorbeeld een consument die een lening afsluit voor een auto, of iemand die een abonnement neemt, inclusief mobiele telefoon die in termijnen moet worden afbetaald. Kortom: bezittingen aan de ene kant en schulden aan de andere kant.

Wegen de kosten op tegen het verwachte rendement?

Meer rendement gaat vrijwel altijd hand in hand met hogere kosten en meer risico, maar deze hoeven niet evenredig te stijgen. Hieronder vindt u de gemiddelde jaarlijkse kosten van een aantal beleggingscategorieën, waarbij het bruto verwachte rendement naar rechts oploopt.

Bron: KCM verwachte rendementen voor het jaar 2017. Het bruto rendementscijfer is gebaseerd op de 10-jaars rendementsverwachting van KCM voor de desbetreffende beleggingscategorie.

High yield (hoogrentende obligaties) kan gezien de bovenstaande risicorendementsverhoudingen als een interessante beleggingscategorie worden gezien. Nadeel is wel dat de risico’s relatief hoog zijn en de liquiditeit beperkt is. De beleggingscategorieën direct lending en structured credit zijn wellicht interessanter. Bij direct lending worden leningen aan bedrijven verstrekt waarbij de financier aanspraak heeft op een aantal bezittingen van de onderneming in het geval van wanbetaling. Bij structured credit is dit ook het geval, alleen wordt door bundeling van verschillende leningen meer gespreid in (consumenten)leningen geïnvesteerd. Nadelen zijn de complexiteit en iets hogere kosten, maar deze nadelen zijn te overzien.

De ratings zijn niet te vertrouwen

In het verleden hebben rating agencies de waarde van vastrentende waarden meer dan eens overschat. Het tij is intussen gekeerd, nu zitten de ratings van de vastrentende waarden gemiddeld juist aan de lage kant. De rating agencies nemen momenteel meer teams aan om de hypotheken van vóór de crisis opnieuw te bestuderen. Maar wat betekent dit? De economie trekt weliswaar al een tijd aan, maar de ratings doen dat in vertraagde vorm. Daar valt van te profiteren. Bovendien zijn de mandjes met leningen waarvan de rating nu herzien wordt op leeftijd. De omvangrijke dataset die in de afgelopen jaren is aangelegd, maakt het werk van de rating agents nu makkelijker dan voorheen.

Waren complexe leningen niet de veroorzaker van de crisis in 2008?

Bij een beslissing te beleggen in complexe leningen met een hoger risicoprofiel ligt een associatie met de crisis voor de hand. Die is niet helemaal terecht, want alle slechte leningen zijn inmiddels uit leningenpools verdwenen. Van alle subprime hypotheken van voor de crisis staat nu nog slechts circa 10 procent uit. En deze hypotheken zijn al die jaren gewoon betaald, dus we mogen tot op zekere hoogte aannemen dat het hier om kredietwaardige klanten gaat. Tot slot zijn de regels, zeker in de Verenigde Staten, enorm aangescherpt.

Beleggen we niet in aasgieren?

Nee, dat illustreren we aan de hand van een voorbeeld. Het klinkt misschien dubieus om te beleggen in leningen voor smartphones, die consumenten met hun maandelijkse abonnement afbetalen. Maar dat is het allerminst. Door dergelijke beleggingen worden de telecommaatschappijen van nieuw kapitaal voorzien dat ze weer kunnen investeren. En hoe groot is die kans nu eigenlijk dat een heel grote groep consumenten hun abonnement stopzet en mobiele telefoon inlevert? Vrij klein, als u het ons vraagt.

Deze tekst is onderdeel van de nieuwsbrief ‘Nu, Institutioneel’ van Kempen Capital Management.

Kempen Capital Management N.V. (KCM) heeft een vergunning als beheerder van diverse beleggingsinstellingen en voor het verlenen van beleggingsdiensten en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten.