Dit artikel wordt u aangeboden door Schroders.

Schroders Capital: Wat heeft de toekomst in petto voor infrastructure debt?

Schroders Capital: Wat heeft de toekomst in petto voor infrastructure debt?

De hogere rente heeft het beleggingsmodel van de private markten - traditioneel kapitaalintensief - behoorlijk op zijn kop gezet. Jérôme Neyroud, hoofd infrastructure debt bij Schroders Capital, legt uit wat dit betekent voor beleggers in infrastructure debt. Hij beantwoordt prangende vragen in het bijgaande artikel. De eerste paar vragen en antwoorden belichten we alvast hieronder. 

 

  • Hoe is de dealflow en de fusie- en overnamemarkt veranderd?
  • Hoe beïnvloedt de hogere rente het rendement en hoe risicovol is infrastructure debt als beleggingscategorie? 
  • Hoe gaat de beleggingscategorie tegenwoordig om met ESG? 
  • Hoe zien klanten de beleggingscategorie aan het begin van 2024?
  • Hoe zal de markt voor infrastructure debt zich de komende drie tot vijf jaar ontwikkelen?

 

Hoe is de dealflow en de fusie- en overnamemarkt veranderd?

Er zijn minder fusies en overnames (M&A) geweest, wat een directe impact heeft gehad op infrastructure equity. De dealflow in infrastructure debt is echter minder afhankelijk van de M&A-motor; de dealflow blijft sterk zonder vertraging in de totale activiteit.

 

Hoewel we een afname hebben gezien in M&A-gerelateerde financiering, hebben herfinanciering en investeringen de overhand genomen, waarbij aandelenbeleggers zich meer richten op vermogensbeheer of groei en minder op de verkoop van activa.

 

We zien minder transacties in de digitale sector na een paar jaar van zeer sterke activiteit waarbij de grote vraag werd ondersteund door de post-covid dynamiek. Bijvoorbeeld glasvezel voor werken op afstand en datacenters voor streaming. Maar deze daling wordt ruimschoots gecompenseerd door de toename van de financiering van de energietransitie. Er is over het algemeen weinig activiteit in de sociale infrastructuur, deels als gevolg van lagere overheidsbudgetten.

 

Binnen de traditionele infrastructuursegmenten, zoals transport, hebben bepaalde sub-sectoren die te lijden hadden onder de gevolgen van de pandemie, zich over het algemeen hersteld tot het niveau van voor de pandemie. De sector evolueert snel met meer nadruk op groen vervoer zoals het spoor en opkomende trends zoals infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen.

 

Hoe beïnvloedt de hogere rente het rendement en hoe risicovol is infrastructure debt als beleggingscategorie? 

Infrastructuur is een van de meest kapitaalintensieve activaklassen en vereist daarom, als alles gelijk blijft, meer schuld dan traditionele bedrijven. Het is daarom niet ongevoelig voor renteschommelingen. Daarom zijn infrastructuurleners, in plaats van leningen te verstrekken op basis van een niet-afgedekte variabele rente zoals bij traditionele bankleningen, erop gebrand om het renterisico vanaf dag één te beperken op het niveau van de lener. Dit gebeurt via vastrentende financiering of renteswaps.

 

De rentedekkingsratio’s zijn daarom relatief immuun voor renterisico. Dit is een onderscheidend kenmerk van infrastructure debt ten opzichte van directe leningen aan bedrijven en is nog een illustratie van de stabiliteit van de beleggingscategorie.

 

Infrastructuurbeleggingen blijven over het algemeen stabiele, positief aan de inflatie gekoppelde en voorspelbare operationele kasstromen produceren. Schuld is sterk gestructureerd en er zijn hoge convenanten aan verbonden, waardoor risico's verder kunnen worden beperkt en beleggers dit gebied van private schuld zien als een baken van stabiliteit.

 

Er zijn echter een paar testen waar je rekening mee moet houden. Ter illustratie: wij hebben de neiging om bouwrisico's uit de weg te gaan en ons te richten op rijpe brownfield-activa. Het bouwrisico is de laatste tijd toegenomen door knelpunten in de toeleveringsketen.

 

Een andere actuele kwestie is het risico van stranded assets, bijvoorbeeld de financiering van activa die op dit moment relevant zijn maar in de toekomst mogelijk irrelevant worden. Waarschijnlijk zou niemand overwegen om vandaag een kolengestookte elektriciteitscentrale te herfinancieren. Wat zou het economisch nut zijn van een gasgestookte centrale of een gaspijpleiding over 20 jaar in een netto nul economie? Bij het analyseren van deze risico's kijken we naar de zeer lange termijn. Waar nodig nemen we ook beschermende structureringskenmerken op zoals afschrijvingen of cash sweeps om het herfinancieringsrisico te beperken of weg te nemen.

 

Daarom heeft een van de belangrijkste risico's te maken met de financiering van de activa van vandaag die niet langer de essentiële activa van morgen zijn.

 

Hoe gaat de beleggingscategorie tegenwoordig om met ESG? 

Op het eerste gezicht wil iedereen de energietransitie financieren. Maar het opnieuw ‘aanleggen’ van de hele energievoorziening van de wereld is complex. Voor beleggers in infrastructuurschulden voegen ESG-factoren een nieuwe risicodimensie toe waarmee rekening moet worden gehouden.

 

Neem duurzame energie als voorbeeld. Windturbines en zonnepanelen zijn relatief veilige beleggingen, dus iedereen wil erin beleggen, aangezien de kloof tussen vraag en aanbod nog steeds bestaat. Als men een hoger rendement wil op het thema energietransitie, zal men meer risico moeten nemen, waardoor men aanvullende sectoren zoals waterstof of de oplaadinfrastructuur van EV's moet overwegen.

 

Hoewel deze sectoren duidelijk veelbelovend zijn, bevinden ze zich in een beginstadium van ontwikkeling en hebben ze daarom een beperkte trackrecord. Daarom blijven we selectief. We merken echter op dat infrastructuuraandelenfondsen, die een hogere risicobereidheid hebben dan schuldfondsen, deze sectoren omarmen.

 

Lees de antwoorden op de andere vragen in het artikel: What the future holds for infrastructure debt. 

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door het tijdschrift Infrastructure Investing. Het bovenstaande artikel is een bewerking daarvan.